18 december 2010

Water en bier

Zaterdag 13 november

Ik sta toch een beetje gammel op. Ben er tenslotte vier keer uit geweest om te plassen. Na het ontbijt nemen de smo en ik het hang- en sluitwerk op, dat ik ’s middags ga kopen. Weer met de schilder in de taxi. Proppen om achterin te komen. De medereizigers kijken amper van me op.


Het is zaterdag, de mannen hadden het laatst over bier. Op het CSS hadden ze kratten Hertog Jan zien staan. De oefening is drooggelegd - geen alcohol dus. Dat maakt het drinken van een biertje nog aantrekkelijker. Met de smo en de luitenant heb ik besproken hoe zij tegenover de aanschaf van bier stonden. ‘Prima, maar beperkt.’ Ook bespreek ik met mw. Ndiaye of het een probleem is als we een biertje drinken. 'Nee, daar nemen wij geen aanstoot aan.' 

Ik had al eerder verteld over de moeilijke herbevo. De luitenant is al twee dagen aan het sms’en. Morgen zou die komen met eten en water, en hopelijk wat extra’s als afwisseling. We zijn bijna door ons drinkwater heen. Ik bespreek dat met de luitenant. Hij vindt het niet nodig om een overbruggingsvoorraad te kopen voor het geval dat er iets mis gaat met de herbevo. ‘Het is immers afgesproken dat ze op zondag rond de middag bij ons zijn.’ Ik denk van ja vriend, dit is Afrika, we hebben al verhalen genoeg gehoord over voertuigen die verdwalen, die kapot gaan, die vastraken en geborgen moeten worden. We kunnen beter 150 l water hebben staan, dan echt zonder te komen zitten. Ik bespreek dit en ze gaan erin mee.

In Karang aangekomen is het een fluitje van een cent om 150 l gebotteld water te kopen. Maar dat bier valt vies tegen. In geen enkel winkeltje te krijgen, terwijl het in Dakar wel makkelijk te kopen is. Na een aantal keren vragen kom ik met Fal de schilder ergens achteraf terecht. Er lopen kippen, eenden en varkens rond. Het is geen winkeltje - er is wel bier. De mevrouw wil niet verkopen. Pas nadat ik een vorstelijk bedrag aan statiegeld betaald had en de belofte gedaan had dat alle flesjes terug zouden komen, krijg ik 10 flesjes La Gazelle[1]


Ook koop ik een vat voor de schilder, waarin hij kalk kan aanmaken voor het witten van de muren. Ik schreef al eerder dat de opdrachtgever ook de gereedschappen koopt. 


Dan komt de taxi en reis ik terug. Mij wordt beloofd dat het vat apart wordt bezorgd, samen met het water. Ik had alles vantevoren betaald en kan er gewoon vanuit gaan, dat ik het dan krijg. Bedrog heb ik de hele periode niet meegemaakt.

 
Als ik terug ben in Némanding krijg ik een sms’je dat de kapitein Peter langskomt. Hij wil foto’s maken voor de Defensiekrant, voor de website van Defensie en vooral voor de presentaties die gegeven moeten worden in Dakar. De CIMIC-projecten zijn heel belangrijk voor de Senegalese militaire top en civiele bestuurders. Uitstekend, ik heb nog even de tijd. Jongetjes uit het dorp komen langs voor een praatje en een kleinigheidje. Ze gedragen zich keurig. 


Buiten de kampong hebben de genisten een schommel gemaakt. Gelijk zit er volop jeugd op.  


De kapitein komt ook geld brengen. Alle lokale geld wordt in Dakar gewisseld op de Franse basis. Daar kunnen geen grote sommen geld gewisseld worden. Vandaar dat ik het in twee gedeelten krijg. Ik heb inmiddels zo’n 3 miljoen uitgegeven, er wordt volop gewerkt; materialen zijn iedere dag nodig, ik wil niet zonder geld komen te zitten.

Om een uur of vier komen twee mooie terreinwagens onze kampong binnenrijden. Kapitein Peter natuurlijk. Er is een Franse overste en een kapitein bij. Die willen vooral toeristische dingen doen. Verder twee chauffeurs, waarvan één een jonge vrouw is, best knap. En tot slot een Senegalese luitenant. De mannen vinden haar interessant. 

De luitenant baalt, want bezoek betekent gedoe en met die kapitein en al die Fransen erbij, kan er ook geen bier gedronken worden. De Franse overste heeft niet zo’n trek in blikvoer. In Toubacouta zit nog een oude maat van 'm, die nu een hotel runt. Daar wil hij gaan eten. Wel zet de hele groep alvast bij daglicht de veldbedjes en de klamboes op. Die Fransen hebben maar aftands spul. Ze vertrekken met z'n allen, kapitein Peter blijft achter. Voordat ze vertrekken wordt er even gesmoesd. De Fransman biedt aan om wat bier mee te nemen. Nou, dat is aardig. Ze komen terug als wij allang plat liggen. Maar ze doen stil.

Buiten het zicht van de lokale mensen regelen we de geldzaken. Ik heb weer stapels biljetten: CFA 4.865.000 is nogal wat in coupures van maximaal CFA 10.000. Op de foto zie je een stapeltje van 1 miljoen.








Ik heb zoveel tijd om te slapen, dat het me niet uitmaakt dat ik twee of drie uur wakker ben. Ik overdenk de dag: veel gedaan, of beter gezegd, veel georganiseerd. Gisteren heeft de metselaar het verzakte stuk muur gesloopt - nu maakt hij de stenen. De schilder gaat beginnen met de muur rondom de kampong. Prima dus. Ik krijg er vertrouwen in dat het allemaal redelijk gaat lukken, ook zonder de Senegalese genie.
 

[1] La Gazelle is een lokaal gebrouwen en gedronken bier. Best bijzonder voor een overwegend moslimland. Zie http://fr.wikipedia.org/wiki/Gazelle_%28bi%C3%A8re%29