12 december 2010

De Combat Support Site

Maandag 8 november

Op het CSS (Combat Support Site) is een keurige veldmess ingericht en daar gaan we ontbijten. Er is veel militair bivakmateriaal meegenomen: klapstoeltjes, klaptafels, en daarboven een heel ruime zonnetent. Zo’n ding werkt perfect. Overdag waait de wind er onderdoor en dan is het er best uit te houden.

Iedereen heeft een ‘doosje’. Dit is het rantsoen voor ontbijt en lunch. De basis is drie pakjes met biscuits, daarbij kuipjes beleg (leverpaté, tonijnpaté, jam en appelstroop), een kuipje chilibeanspastei, verder een rolletje Mentos, kauwgom, druivensuiker, een zakje soep, bouillon, 2 theezakjes en 2 oploskoffie, 4 suiker en koffiemelkpoeder, tandenstokertjes, een doosje lucifers en papieren zakdoekjes, een reep pure chocolade, oplos­-chocolademelk en oploslimonade. Er staan gamellen met thee, koffie en koude limonade. Op het CSS is altijd wel een vers extraatje: een soepje, toetje, een banaan of appel of iets dergelijks. En er is vers bereid eten op het CSS (maar niet voor de mariniers om de een of andere reden, die kregen blikvoer.) Toen ik eenmaal in Némanding was, at ik ’s avonds ook uit een blik. Best smakelijk soldatenvoer, wat ik aanvulde met een lik sambal, en we hadden keus uit een paar smaken. Na een tijdje ben ik ook maar Davitamonpillen gaan slikken vanwege de vitamines.

Op de foto van de veldmess zie je links iemand in een T-shirt. Dat is de ltz1[1] Raymund, de CIMIC-officier van de marine. Met Raymund heb ik in de voorbereiding al geregeld contact gehad. Hij is een fijne vent om mee te werken, en in de oefening is een vriendschap ontstaan.

Op het CSS ben ik eerst maar ‘ns de Italianen aan onderdak gaan helpen. Het was even zoeken, maar toen hadden ze hun werkplek al snel gevonden, met de slaaptent erbij. Ciao mannen!
De functie van het CSS is om logistieke ondersteuning te bieden aan de oefenende troepen. Even onderdak bieden aan de manschappen in boogtenten hoort daarbij, maar is geen hoofdtaak natuurlijk. Dat geldt ook voor al hun voertuigen. 

Er zijn veel verbindingsmiddelen aanwezig, de marechaussee heeft er z’n vaste punt, er is herstel- en bergingscapaciteit voor voertuigen en er is vooral veel logistiek: alle water bijvoorbeeld wordt gemaakt op de Johan de Witt en wordt dan met waterwagens naar het CSS gebracht voor eigen gebruik, en voor doorvoer naar de oefenende eenheden. Ook is er een Role 1 voor medische zaken. Het CSS lag langs een onverharde weg, en trok alras veel bekijks van lokale jeugd.

 Er zijn Dixies. En er zijn douches, maar er is weinig water, dus moet je snel zijn. Ik heb deze maandag vooral gebruikt om te acclimatiseren. Het is wel even wennen om in temperaturen tussen de 33° en 38° Celsius te zijn.

Ook de genisten kijken rond op het CSS. De afvoer van de douches vinden ze niet in de haak, te weinig capaciteit, en ze gaan direct uren spitten, graven en improviseren met PVC-pijp. Toen een week later de bevo[2] kwam, was de eerste vraag van de genisten of het allemaal nog goed werkte. Genisten zijn trots op hun werk. Op de foto zie je de douches en de wasbakken.

Ik had al eerder gezegd, dat besloten was dat de groepen zouden wisselen. Daar waren ze met hun barang niet op voorbereid. Helmen, opsvesten[3], rugzakken worden geruild. Ze doen het in het belang van hun maten - de collegialiteit is groot. Van drie man zijn de woodlandtassen niet meegekomen uit Dakar. Dat is echt heel vervelend voor ze - toch wordt er amper over gemopperd.

Onze container zou volgens de orders met een lokale kraan overgezet worden op militair vervoer. De kraan komt niet opdagen. Ltz1 Raymund heeft uitstekend contact met de commandant van het CSS, een marineman of marinier, ltz1 of majoor, dat weet ik niet meer. Raymund heeft uitgevogeld dat er militaire transportcapaciteit beschikbaar is, een Scania 8x8 met een containerlaadhaak. Als het lukt om met militair materieel de container van de civiele oplegger te krijgen, dan kan de Scania ‘m achterop trekken en naar Némanding vervoeren en ‘m er daar afzetten. Aan een container op een vrachtwagen heb je ook niets. 

De smo vindt dit plan maar niks, want het wijkt af van wat er in de orders staat. Ik kan me wel verplaatsen in wat de meneer wil: als een lokale partij het laat afweten, en je hebt een militair alternatief beschikbaar, dan zou ik dat laatste zeker kiezen. Na wat discussie gaan de smo en de luitenant mee in de Scania-optie. Het is nog een hele toer voor de heftrucks om de container van de civiele oplegger te halen, maar het lukt. De machinisten hebben het toch maar gefikst. Daarna trekt de Scania de container erop, en dat is normaal werk, brengt ‘m van de verharde weg naar het CSS en zet ‘m daar weer op de grond. Makkelijk voor ons want we kunnen er dan nog makkelijk spullen in kwijt. We gaan vroeg naar bed.
























[1] ltz1, luitenant ter zee der eerste klasse. Bij de landmacht zou zijn rang majoor heten. Bij de marine is de aanspreektitel ‘meneer’.
[2] Bevo: de afkorting voor Bevoorrading
[3] Opsvest: dit is inderdaad een vest waaraan je allerlei zaken kunt bevestigen: je veldfles, pioniersschop, handgranaattasjes, patroontassen, je zakmes, etc.