Donderdag 25 november
We worden veel droger dan de voorgaande nachten wakker. Het scheelt echt wel, onder een luifeltje slapen. Ik had de deur van het bijgebouwtje op een kier laten staan voor Kip, maar ze heeft geen zin om naar binnen te gaan.
Na het aankleden loopt Raymund naar de overkant van de weg om twee broodjes te kopen. Ik maak soep, thee en koffie. Maar wat veel leuker is: ik kook het eitje dat Kip gisteren gelegd heeft. Wat ben ik blij dat ik m'n eigen MSR-benzinebrander heb meegenomen.
Daarna maak ik een rondje over de bouw. Alle arbeiders zijn aan het werk. Het loopt gewoon lekker en Raymund en ik hebben het tam. Dit was m’n plan B uit de voorbereiding: geen eigen genisten mee; alleen twee officieren voor het bouwmanagement en de lokale contacten. Ik heb er alle vertrouwen in, dat dit ook gaat werken.
Die elektrische installatie is best vernuftig uitgedacht: Het paneel levert 300W; de energie gaat in een 12V-accu met 12 cellen. Daarop kunnen spaarlampen (compact-fluorescentielampen) van 12V branden. Verder is er een omvormer van 12V gelijkstroom naar 230V wisselstroom. Geen idee wat het vermogen is, maar men sluit er oplaadapparaten voor mobieltjes op aan, Awa en haar man hebben er een televisie op aangesloten en de voeding van de laptop wordt erop aangesloten. De elektricien vertelde me dat hij in 7 jaar tijd er al zo'n 10.000 in de wijde omgeving geïnstalleerd heeft. In die periode heeft hij de vermogens zien groeien en de prijs zien dalen.
We lopen de poort uit, slaan linksaf en lopen de velden op. Mijn vrouw is floriste. Ze zal het vast erg leuk vinden om wat gedroogde planten te krijgen. Ik zal er een paar fotograferen en dan plukken. Op de kampong improviseer ik dan wel een herbarium om het te drogen.
De pinda's zijn allemaal geoogst. Her en der liggen grote hopen gewas met de aardnoten. Die worden handmatig gepeld en op de wind (overdag waait het altijd stevig) worden de pinda's van de schillen gescheiden door het hele spul op te gooien en de pinda's te vangen.
Het is donderdag en dan is het markt een paar kilometer verderop. Altijd leuk om te kijken en we hebben een doel: honing.
Met een jongeman die geregeld op onze kampong was, lopen we de drie kilometers naar de markt. Wat een drukte, wat een waren, wat een kleinschaligheid, wat een vuilnis aan de randen! Als we vragen of we een foto mogen nemen is dat vrijwel nooit een probleem. Soms betalen we een kleinigheidje.
Ik koop een zakje pinda’s en verder nog een mooie lap witte stof met borduurwerk en twee gebatikte kleurrijke stroken erop. Voor m’n moeder. Niemand heeft honing. Toch weet men wel ergens een imker. We komen er wel met die honing.
Een negerin spreekt me aan in goed Engels. Hé, dat is wel bijzonder. Ze komt van Gambia, en dat is een voormalige Engelse kolonie geweest. Ze was op de markt om wat waren te kopen. Blijkbaar is dat marktje minder regionaal dan ik dacht.
Ik verbaas me erover, hoeveel mensen ‘bonjour capitaine’ roepen, en me zelfs de hand schudden. Ik ken de helft er niet van. Mooie negerinnen zwaaien naar me, lachen de tanden wit, baby’tje op de rug. Prima werken zo. We doen nu toeristisch: huren een charette met een ezeltje ervoor en laten ons terug brengen naar Némanding.
Over de container kregen we een sms’je uit Dakar: ‘Container staat nog vast bij douane. Ik ben de heel ochtend bezig om hem via de Senegalese autoriteiten los te krijgen. Ziet er nu goed uit, maar je weet het nooit hier. Ik hou je op de hoogte. Ted’ Dit is geen goed bericht. Hoe gaat dat aflopen?
Na het middageten lopen we naar een Duits project: een grote boomgaard met tal van vruchtbomen. Het Duitse bedrijf heeft de hele keten, vanaf de boomgaard tot in de winkels in Duitsland, in handen. Bij een boomgaard horen bijenkasten en inderdaad: ze zijn er. De imker tapt vijf potten uit een groot vat af. Ik betaal CFA 10.000, ofwel € 15. Dat betaal je in Nederland ook voor honing, maar niet voor deze. Deze honing is heel donker en heel zwaar van smaak. Anders dan de Europese honing die geel is, en ook anders smaakt.
We lopen terug en nu vind ik wel de plant die ik voor m’n vrouws herbarium zocht. Snel een paar foto’s genomen en een tak meegenomen.
Teruggekomen staat er een rammetje te blaten. Hij is het voedsel voor het feest op zaterdagmiddag. Het lijkt me een ontzettend toffe afsluiting van het werk hier, zo’n feest. Ik maak het herbarium klaar en fotografeer een paar moeders met hun kindjes die naar de zuster komen.
Opeens stappen er twee Senegalese militairen, een Senegalese politieagent en neemaar: de chauffeur van het containertransport door het blauwe deurtje in de rieten schutting naar binnen. Krijg nou wat - problemen! De container is nog voor Toubacouta (!) aangehouden door de douane. Vanaf de markt hadden we hem bij wijze van spreken kunnen zien staan. Supervriendelijk zijn lijkt me de beste strategie. Ik zoek flessen water op en doe gelijk m’n gvt-jasje aan en zet m’n baret op. Eventjes de officier spelen natuurlijk. Ze aanvaarden dankbaar de flessen, en drinken gelijk. Duidelijk een schot in de roos om ze dat te geven. Jammer dat de douane zelf er niet bij is.
De douane wil de container niet doorlaten, maar doorzoeken. Ik heb geen zin om een zorgvuldig gestouwde container, met daarin o.a. alle pluba’s van de mannen en mezelf helemaal overhoop te halen terwijl die container op een oplegger staat. Bovendien hebben we hier geen sleutel. We moeten wat anders bedenken. Raymund en ik gaan alle opties na: Iemand van Movecon vanuit Dakar hiernaartoe halen? Nee, dat kost een dag. Kan de luitenant van de genie komen; het is zijn container tenslotte? Nee, want hij moet (van zichzelf ) per se de MB vandaag op het schip zetten. En hij komt in de knel met de vliegreis naar Nederland op vrijdagavond. Dat kunnen we hem echt niet aandoen. We praten. De Senegalese militairen willen geen escorte leveren. Mooie mannen: spelen host nation, hebben niets voor me gedaan, zullen niets voor me doen. Raymund en ik kijken elkaar aan: ‘Nou, dat wordt lootjes trekken’, zeg ik. Niet logisch natuurlijk: ik kan beter in Némanding blijven voor de werkzaamheden. Raymund pakt vliegensvlug z’n barang, ik zoek een rantsoen voor ‘m op en 6 flessen water van 1,5 l. Dat moet voldoende zijn voor 24 uur. En ik geef ‘m op het laatst nog CFA 100.000 mee. Met € 150 aan lokale contanten moet hij zich weten te redden.
We lachen beiden als een boer die kiespijn heeft: Raymund gaat nu naar Dakar. We weten allebei hoe dat de meeste banden van de oplegger versleten zijn. De cabine ziet er modern uit, maar is die wagen wel goed onderhouden? Zal hij Dakar halen? En komt hij nog wel terug - dat is ook een uitdaging zeg. Ik neem nog snel een foto van ‘m als hij in de wagen van de Gendarmerie stapt.
Daar zit ik dan. helemaal in m’n uppie met de dichtstbijzijnde Nederlandse militairen op vijf uur reizen afstand. M’n enige aanspraak is het rammetje: ‘bèh!’
Daar zit ik dan. helemaal in m’n uppie met de dichtstbijzijnde Nederlandse militairen op vijf uur reizen afstand. M’n enige aanspraak is het rammetje: ‘bèh!’
Ik maak een bekertje thee. En ik stuur de luitenant een sms’je: ‘Lnt, vanmiddag hier politie en leger gehad mbt container. Douane wil toegang. We hebben besloten dat container dicht blijft en de ltz1 container naar Dakar brengt. Minder briljant van jou om 2 bedjes en snel wegwezen naar CSS belangrijker te vinden dan je volle container. ik heb liever dat jij of smo zich hiermee NIET bemoeien om verdere problemen te voorkomen. Wens jullie een voorspoedige reis toe. Kap Leen’
De luitenant antwoordt: ‘De container is vannacht na een rust in Kaolack aangehouden dus daar waren we sowieso niet bij geweest. Verder zitten we al vanaf 1030h klaar met sleutel om richting de container te gaan. Volgens mij hebben jullie geen sleutel en ook geen inzicht wat in de container zit. Dus zie ik niet de meerwaarde van jullie actie. Lnt’
Nou ja, dat verrekte ge-sms. Dat schiet niet op. Wat is er ondertussen met de luitenant gecommuniceerd? Hoezo zit hij sinds 10:30h klaar? En hij weet niet dat de container nog ten zuiden van Toubacouta staat. Dit levert alleen maar meer verwarring op. Maar me zo in de hoek zetten is onaanvaardbaar.
‘Lnt, als je hier bij je container gebleven was, dan had je van de chauffeur gehoord dat de papieren tot problemen zouden leiden met de douane en had je makkelijk dat ding kunnen escorteren tot voorbij Fatick. Movecon kreeg het per telefoon niet voor elkaar, vandaar dat de meneer er nu mee onderweg is. De meerwaarde hiervan is dat jouw planning m..b.t. aan boord krijgen MB (vandaag?) en terugreis niet verstoord wordt. Wij denken dat het openen van de container tot nog meer gedoe had geleid. Prettige reis naar Nederland. Kap Leen’
Van de luitenant heb ik niets meer gehoord al die dagen. Wat zonde van de dag die zo leuk begon. Ik zit nu alleen. Goed dat ik gisteren in alle rust het telefoonnummer van de Officier van Dienst van Hr. Ms. Johan de Witt genoteerd heb. En wat goed dat m’n eigen bataljon me die Iridium heeft meegegeven. Voordat ik dat eerste sms’je verstuurde aan de luitenant, heb ik nog een bits verhaal ingesproken in z’n voicemail.
Afijn, al dit logistieke gedoe leidt ontzettend af van waarvoor ik hier ben in Senegal: een ziekenpost opknappen in het kader van CIMIC voor Emerald Move. En dat is tof werk - de klik met de lokale arbeiders is uitstekend. De Senegalese genie had zeven weken uitvoeringsduur opgegeven voor dit project, en we doen het in bijna drie. Ik heb veel waardering voor de genisten - ze hebben het toch maar gedaan.
Ik hoop dat Raymund een goede reis heeft en dat hij vannacht ergens kan slapen - z’n veldbedje en klamboe heeft hij niet meegenomen, zelfs z’n slaapzak niet. Ik maak een rondje over de bouwplaats, maak een praatje, maak een grap. Kijk, dat vrolijkt me op. Het zonnepaneel is nu keurig aan de muur bevestigd, de tegelzetter is klaar met de veranda, inclusief het plintstrookje. de muren worden binnen afgewerkt, de kieren tussen dak en muren zijn al dicht.
Belangrijk vanwege de muskieten. Er kan geschilderd gaan worden. Het toiletje en de douche naast de woning zijn betegeld - goed voor de hygiëne, de deuren zijn geschilderd. Veel mensen hebben hard gewerkt vandaag. Ik denk dat ik nog een kwaliteitsslag kan maken: ik wil horren in het ziekengebouwtje. Dat moet nog lukken voordat we vertrekken. Awa snapt me goed, ze is blij dat ik er nog ben, want de komst van de militairen en politie viel wel op natuurlijk. Ik leg haar uit dat ik niet plotseling ook vertrokken ben, want dat was eigenlijk wel het makkelijkst, maar dat het belangrijk is dat ik hier blijf om het project af te ronden.
Belangrijk vanwege de muskieten. Er kan geschilderd gaan worden. Het toiletje en de douche naast de woning zijn betegeld - goed voor de hygiëne, de deuren zijn geschilderd. Veel mensen hebben hard gewerkt vandaag. Ik denk dat ik nog een kwaliteitsslag kan maken: ik wil horren in het ziekengebouwtje. Dat moet nog lukken voordat we vertrekken. Awa snapt me goed, ze is blij dat ik er nog ben, want de komst van de militairen en politie viel wel op natuurlijk. Ik leg haar uit dat ik niet plotseling ook vertrokken ben, want dat was eigenlijk wel het makkelijkst, maar dat het belangrijk is dat ik hier blijf om het project af te ronden.
Ik neem een gore foto: zo, het nieuwe toilet voldoet. Daar kan de lezer wat van vinden, haha. En ik fotografeer de dienstmeisjes. Zielig eigenlijk, veel werken, niet naar school meer, ze spreken amper Frans, en ik vraag me af of ze wel wat krijgen van het geld dat ik aan Awa voor ze geef.
Awa begint erover dat ze een stenen muur wil hebben, in plaats van een rieten afscheiding. Tja, daar zeg ik nee op, want het dient de gezondheidszorg niet. En ze wil geld hebben om de lichte motorfiets te laten repareren. Dat krijgt ze wel als ik vertrek, nu nog niet, want dan bedenkt ze daarna wel weer wat anders om te vragen.
Hoewel ik lange nachten kan slapen, vreet het toch energie: de warmte, het discomfort, het gedoe met de genisten en de container, de vreemde talen. Al met al toch pittig. Gelukkig ben ik niet ziek geworden.
Er is een kans dat de commandeur Lenselink komt. Toen ik hem ontmoette in Toulon in februari, was hij zeer geïnteresseerd in CIMIC. Zaterdagmiddag om vier uur is het VIP-moment. Ook de lokale autoriteiten worden voor dat tijdstip uitgenodigd. Het lijkt me geweldig om met een helikopter eerst over Senegal te vliegen en dan aan boord van een oorlogsschip te landen. Wouw, wat een avontuur! Als ik ‘pech’ heb, kan ik niet eens van boord en maak ik ook nog de vlootschouw mee. Maar laat ik me er maar niet te veel op verheugen, want plannen wijzigen hier nog sneller dan het weer in Nederland. Ik was m’n gezicht en ga slapen. Hoe zou het met Raymund zijn?