21 december 2010

Wat is de tussenstand?

Donderdag 18 november

Het Tabaskifeest is voorbij. De genisten werken hard als altijd - het vordert allemaal goed. Ik heb zorgen over het verpleeggebouw. Er langer over piekeren schiet niet op; ik moet wat doen. Allereerst bepalen wat absoluut noodzakelijk is:
- Muren repareren, dit loopt.
- Dak vervangen, is mee begonnen, komt goed.
- Elektrische installatie op zonne-energie aanleggen, is besteld, komt goed.
- Tegelvloeren binnen maken, ik moet een tegelzetter vinden - actiepunt.
- Schilderen binnen en buiten, afspraak maken met de schilder en verf kopen - actiepunt.
- Horren laten maken. Onze mannen doen dit zo netjes. Bespreken of ze dit kunnen doen als er nog tijd voor is voor het vertrek - actiepunt.
- Er zijn nu twee stalen deuren. Een deur is moeilijk muskietendicht te maken. M.i. is het beter om een deur te vervangen door een raam, en de andere deur, die louvres heeft, te vervangen door een dichte stalen - actiepunt.
- En de toiletten met de wasgelegenheden bij de woning en het kraamgebouw moeten netjes afgewerkt worden: tegels erin, deuren ervoor, schilderen. Dit kost weinig tijd maar moet wel geregeld worden - actiepunt.

In de beschrijving van de Senegalese genie stond, dat er een plafond in moet. Dit is echter niet in de materiaallijst opgenomen en dus ook niet in de raming. Een plafond heeft voordelen: het houdt de hitte van het stalen dak weg, het is muskietendicht, het oogt beter. Maar het kost ook veel tijd om te maken en we hebben nog maar een week. Conclusie: niet alsnog maken.

Verder waren er tegels voorzien op de veranda, en siersmeedwerk en een extra deur voor de veranda. Echt functioneel vind ik dit niet - het is meer imago en uitstraling. Ik laat het vallen.

De schilder, Fal, is er al, en ik bespreek m’n plannen. Natuurlijk ziet hij het helemaal zitten. Ik laat ‘m de hoeveelheden aan verf, oplosmiddel en gereedschap uitrekenen. Dat spoort met wat de Senegalese genie had berekend. Ook laat ik ‘m bellen voor de prijzen van al die dingen. Hij komt uit CFA 213.350 (ruim € 350), Dit ligt allemaal onder de prijzen van de Senegalezen. Natuurlijk komt daar nog transport en arbeid bij. Dat is lastig voor me te beoordelen. Maar het is geld dat direct naar de arbeiders gaat en als ze er (te) goed aan verdienen, dan blijft het nog lokaal en bij de mensen zelf. Ik vind het best en tik het af met ‘m. 


Daarna komt de tegelzetter en met hem neem ik zijn werkzaamheden op dezelfde manier door. Ook dat past allemaal budgettair. Alleen moeten de tegels en het cement uit Kaolack komen. Ik geef ‘m CFA 614.000 mee om de materialen te kopen. Dat is ruim € 900. Ik maak me er nu geen zorgen meer over dat hij met het geld verdwijnt; dit komt gewoon goed.

Met al dit geregel ben ik in de positie dat ik uiterlijk zaterdag alle materialen hier op de bouwplaats heb, en dat alle afspraken over het arbeidsloon gemaakt zijn. Ook als ze niet klaar komen, is dat voldoende basis om evt. geld achter te laten bij mw. Ndiaye. Zij ziet erop toe dat alles gebeurt. Tot m’n verbijstering heeft ze een keer zitten mee-onderhandelen over de prijs. Blijkbaar heeft ze donders goed door dat ik bereid ben alle geld te besteden, maar dat het onmogelijk is om extra geld te krijgen. Hoe goedkoper het een, hoe meer er overblijft voor het ander. Maar het liefst blijf ik zelf zo lang mogelijk om alles af te ronden.

Ik ga aan alle lokale arbeiders vertellen dat ik woensdag vertrek, en dat dan ook alle geld vertrekt. Het is noodzakelijk dat dan alle werkzaamheden klaar zijn omdat ik dan pas betaal. Ze snappen de boodschap - ze denken mee en werken hard. Want ze weten dat ik het meen. Ik vertel natuurlijk niet dat ik van plan ben om zo lang mogelijk te blijven, want daar is nog heel veel onzeker over.

Volgens mij ziet de smo met afgrijzen aan, hoe de bouw van de lokalen loopt. De timmerman maakt een mooie nokgording met keurige liplassen, maar legt ‘m ondersteboven neer. Jammer. Zand plakken ze aan elkaar met cement, net gemaakte stenen drogen uit waardoor de chemische reactie van de cement stopt en de stenen minder sterk worden dan mogelijk is. Betonspecie wordt op het handje gemengd. Specie verdichten kennen ze niet. Dekking op betonijzer - nooit van gehoord.

Iedere keer weer maak ik de afweging of ik er iets aan moet doen of niet. In het geval van de nokgording klopt het niet, maar heeft het geen constructieve gevolgen, en laat ik het lopen. Ik ben blij met m’n ervaring uit Uruzgan hoe je omgaat met lokale aannemers. En de spreuk van T.E. Lawrence (of Arabia) ken ik ook wel natuurlijk, toepasbaar op Senegal in vredestijd:
Do not try to do too much with your own hands. Better the Arabs do it tolerably than that you do it perfectly. It is their war, and you are to help them, not to win it for them. Actually, also, under the very odd conditions of Arabia, your practical work will not be as good as, perhaps, you think it is.
Ik had ook een tegenvaller. Per sms meldt de kapitein Peter me dat ik per vliegtuig terug moet naar Nederland. Ik had aan de marine gevraagd om met het schip mee terug te mogen, en dat was prima. En ik wil natuurlijk zo lang mogelijk blijven, en al op vrijdag 26 november terugvliegen naar Nederland past niet in dit plaatje. Ik hoop dat Raymund zaken voor me geregeld krijgt.

Ik ben nu halverwege de oefening, ben bijna twee weken op pad met deze groep genisten. Ik overdenk hoe het loopt. De afstand tussen mij, kapitein, en de genisten is groot. De rang natuurlijk, het feit dat ik geen rode baret draag, het feit dat ik geen ‘echte’ ben maar reservist.

Doordat ik machetes en bier geregeld heb, en nooit loop te zeiken over tenues, de telefoon ter beschikking stel, vinden de soldaten me allang best. Maar ook de afstand tussen de luitenant & smo en mij is voelbaar. De codes, de do’s en don’ts bij Luchtmobiel zijn strikt en ik ken ze lang niet allemaal. Gelukkig heb ik m’n ervaring als kornet uit m’n dienstplicht, en ben ik scherp op de verbale en non-verbale terugkoppeling van de mannen. Ik heb een keer mezelf gewassen overdag en dat was not-done bijvoorbeeld.Als ik ernaar vraag, koppelt de luitenant ook terug - kijk, daar heb ik wat aan.

Gisterenavond had ik met de luitenant m’n terugkeer besproken. Daarbij nam ik ook één puntje mee m.b.t. het verpleeggebouw, de horren. Ik vroeg ‘m om m’n vraag te bespreken met de smo. Vandaag kwam de smo me vertellen dat het helemaal fout van me was dat ik dit met de luitenant had besproken. Dat had direct met hem gemoeten. M’n antwoord was dat hij daar inderdaad gelijk in heeft, dat het als vraag ter sprake kwam, dat het prima is dat de luit het heeft doorgegeven. Als dat niet was gebeurd, dan was ik er vandaag wel bij hem op teruggekomen en dat ik benieuwd ben naar het antwoord. Wat een drukte om niets. Ik vind de smo niet swingend, maar strak procedureel. Ik geloof niet dat het aangaan van een dieptegesprek zinvol is - de komende week kom ik wel door met ze.

Al met al is deze oefening voor mij niet zozeer in de eerste plaats gezellig. Ik hou van gezelligheid, dat heb ik wel het eigen bataljon en bij het schietteam. Jammer dat dit er in deze oefening niet zo in zit. Maar als Raymund er is, dan zal het anders zijn.

De ritjes naar Karang met de MB worden verdeeld onder de manschappen. Dat doet de luitenant goed. Hij zorgt voor z’n mensen. Voor hen is het er even tussenuit - echt in Afrika zijn! Ze weten dat ze de tijd mogen nemen om leuke dingen te doen.

In Karang was nog niets open na Tabaski. We hebben moeten zoeken naar de smid om twee stalen ramen te kopen. Ook de winkel van de mademoiselle is dicht. De buren zijn er wel, er wordt gebeld en gezocht naar personeel en we worden geholpen.

Toen we terugkwamen, was de medic nog bezig met het verbinden van de wonden van een paar meisjes. Ze hadden een auto-ongeluk gehad. De slachtoffers waren naar de gezondheidspost gebracht maar omdat de lokale verpleegster er nog niet was vanwege Tabaski, is onze medic ermee aan de slag gegaan. Het was familie van Mamadoe ook nog.

Gezien de bloeduitstorting rondom de ogen van één van hen, wat een indicatie is voor een schedelbasisfractuur, is dat kind aangeraden om naar het ziekenhuis in Kaolack te gaan. 







Verder heb ik m’n hele administratie bijgewerkt. Het klopt allemaal nog en ik ga budget overhouden. Ik stuur een sms’je aan de controller in Dakar waarin de uitgaven en verplichtingen meld, en een schatting van de nog te maken kosten.  

Binnen worden de spullen op hun plek gezet. Weer rennen er kakkerlakken en wordt de laatste muis gevangen. Gelukkig dat we daarmee klaar zijn. Hieronder wat foto's van hoe zo'n interieur eruit ziet. Je ziet een koelkast. Dat is de enige hier in dit dorp. Hij werkt op zonne-energie.





De mannen schilderen de woning van buiten kanariegeel. Best vrolijk.

 
 

Toevallig zie ik dat onder m’n veldbedje een sluipwesp een holletje gegraven heeft en daar een verdoofde en verlamde sprinkhaan in sleept. In de sprinkhaan wordt een eitje gelegd. De larve heeft zo voedsel om te groeien. Zulk soort beestjes heb je ook in Nederland - hier zijn ze vijf keer zo groot. Als souvenir neem ik een handje zand vanonder m’n veldbedje in een plastic zakje mee.


Aan het eind van de middag heb ik een gesprekje met Fal, de schilder. Ik vertel dat ik zie dat mannen in Senegal niets doen, tenzij ervoor betaald wordt. Hoe zit dat eigenlijk? ‘Nou, mannen werken op de akkers en daarnaast inderdaad voor geld. Huishoudelijk werk is voor vrouwen.’ Hij wil graag geld verdienen om een ezel of os te kopen, maar er zijn ook de dagelijkse kosten aan voeding en kleding. Het valt niet mee om iets over te houden.

Die middag heb ik de smo gevraagd of er nog werk voor me is. Ik loop eigenlijk een beetje met m’n ziel onder m’n arm nu ik alles op de rit heb staan. Ik schrijf weliswaar langer dan eerst in m’n dagboek, maar dat houd ik ook niet de hele dag vol. Er is geen werk voor me - jammer.

Er komen groepen meisjes langs, zo van 6 tot 10 jaar om mensen vriendelijk te begroeten. Ze doen dat vanwege Tabaski. Je moet dan wat muntgeld geven waarvan ze eten en snoep kopen. Net als Sint Maarten bij ons. En ze krijgen de lege waterflessen van ons mee.


Precies om kwart voor zes belt Raymund me op de Iridium. Hij is aan het regelen dat hij via het CSS naar haar komt, en dat we dan op de laatste zondag naar de haven van Dakar gaan om daar de MB aan boord te zetten. Ik mis dan wel het ritje naar het landingsvaartuig, maar goed, je kunt niet alles hebben.Op mijn terugreis per vliegtuig in plaats van per schip kom ik niet meer terug, toch zinloos.

Een soldaat wil bellen en vraagt beleefd om m’n mobieltje. Ik zet ‘m aan en geef ‘m.

De mannen zijn tam vanavond. Twee spelen er een spelletje triktrak. Drie spreken af om morgenochtend te gaan hardlopen. Om half negen gaan de meesten inliggen. Ik ook en ik slaap direct. Om half twaalf word ik wakker - naast de volle maan herken ik ineens het sterrenbeeld Orion, op z’n kant. Frappant dat ik dat niet eerder gezien had. Maar ja, de sterrenhemel ziet er zo anders uit dat thuis. Ik lig nog een uurtje of zo wakker, lig lekker naar boven te kijken en te luisteren naar de geluiden van de savanne. Perfect leven zo.